De binnenstad van Delft leefbaar en bereikbaar houden blijft de komende jaren een uitdaging. Deelvervoer kan helpen de spaarzame ruimte in de historische kern optimaal te gebruiken. Maar zijn inwoners, werknemers en toeristen wel toe aan de deelfiets, ‑scooter en -auto? TU Delft en MICD onderzoeken dit in opdracht van de gemeente Delft. Fatemeh Torabi Kachousangi vertelt alvast over de eerste inzichten.

Project        Onderzoek kansen deelvervoer Delft, november 2022-mei 2023
Deel van      Do IoT for Intelligent Mobility
Team            Fatemeh Torabi Kachousangi, Niels van Oort, Serge Hoogendoorn, Sascha Hoogendoorn-Lanser

Hoe hebben jullie het onderzoek opgezet?

Researcher Fatemeh Torabi Kachousangi, PhD student at TU Delft

“We zijn begonnen met een literatuuronderzoek. Wat weten we al over deelvervoer, wat zijn mogelijke succesfactoren of belemmeringen, voor welke groepen is deelvervoer extra interessant, enzovoort. Op basis van die kennis hebben we een uitgebreide enquête opgesteld over reizen in Delft. Wanneer pak je de auto, fiets of het openbaar vervoer, gebruik je wel eens deelvervoer en wanneer zou je dat overwegen? We hebben de deelnemers steeds verschillende situaties voorgelegd. Hoe reis je bij goed weer, bij slecht weer, bij wel of geen bagage en hoe reis je als je alleen bent, of juist samen met anderen? Per deelnemer wilden we ook wat achtergrondinformatie, zoals in welke wijk iemand woont, de leeftijd en de gezinssamenstelling”.

“Via de gemeente hebben we de enquête in totaal twee weken online uitgezet. Er zijn een paar heel actieve bewonersgroepen op Facebook en Instagram, dus dat hielp om snel bewoners te bereiken.”

En? Is er goed gereageerd op de enquête?

“Absoluut! Meer dan honderd bewoners hebben gereageerd – meer dan we hadden verwacht. De groep lijkt ook voldoende representatief. Ongeveer een derde van de deelnemers heeft wel eens een deelfiets gebruikt. Voor een deelauto en een deelscooter is het aantal gebruikers iets meer dan 20%. Die aantallen komen goed overeen met wat we weten van eerdere onderzoeken in steden in Nederland.”

Kun je al iets vertellen over de resultaten?

“Op dit moment hebben we alleen nog de meest basale resultaten. Een verdiepende analyse volgt nog. Een aantal zaken zijn al wel meteen duidelijk. Zoals verwacht is het weer behoorlijk bepalend: bij mooi weer pakken we de deelfiets, bij minder weer toch liever de deelauto. Ook als we wat meer bagage meenemen, is de keuze voor een auto snel gemaakt. Dat zijn geen wereldschokkende feiten, maar met nadere analyses hopen echte inzichten te krijgen: wanneer wordt een bepaalde optie echt aantrekkelijker en tot welke verschuivingen leidt dat dan?

“Nog interessanter wordt het als het om factoren gaat waar je als overheid de hand in hebt, zoals de ritprijs en de locaties waar je deelvervoer aanbiedt. Hoeveel hebben reizigers over voor de tijdelijke huur? En hoe lang is iemand bereid te lopen naar het deelvervoer? Zo blijkt bijvoorbeeld dat mensen maximaal vijf minuten willen lopen naar een deelfiets, -scooter of -auto. Dat is nuttige informatie voor beleidsmakers en aanbieders van deelvervoer! Verder is het ook interessant dat mensen die normaliter meerdere dagen per week hun auto gebruiken, in bepaalde gevallen toch zeggen te kiezen voor deelvervoer. Er lijken dus kansen om ook fervente autogebruikers kennis te laten maken met deelvervoer. De deur staat bij hen op een kier.

“Ik kijk er erg naar uit om deze eerste data de komende maanden verder te analyseren. Naar verwachting ronden we in mei ons onderzoek af en hopen we met echte inzichten te komen.”

Wat kunnen we daarmee, denk je?

“Met dit onderzoek dragen we bij aan slimme, bruikbare en duurzame oplossingen voor de Delftse binnenstad. Inzichten in de behoeften van reizigers is voor beleidsmakers en planologen cruciaal voor het ontwikkelen en verbeteren van mobiliteitsoplossingen. En niet alleen voor Delftse beleidsmakers: ook vergelijkbare steden kunnen er hun voordeel mee doen.”

Meer informatie:
Fatemeh Torabi’s site, met informatie over het onderzoek
Meer inzichten over micromobiliteit uit het Smart Public Transport Lab