Hoogwater komt de laatste jaren steeds meer voor in Nederland. Daarom willen de zuidelijke veiligheidsregio’s goed voorbereid zijn. Het tijdig evacueren van bewoners is een uitdaging, zeker als de situatie met het uur verandert. Daarom werken MICD, TU Delft en Argaleo aan een online tool om evacuaties in goede banen te leiden.
Duur
2024 – 2025Partners (TU Delft)
MICD, Faculteit CiTG – Afdeling Transport & PlanningPartners (andere)
Zes zuidelijke veiligheidsregio’s (Fieldlab Zuid 6): Zeeland, Midden- en West-Brabant, Brabant Zuidoost, Brabant-Noord, Zuid-Limburg en Limburg-Noord; Argaleo; Rijkswaterstaat.
De weersomstandigheden worden steeds extremer en overlast door hoogwater neemt toe; zowel in frequentie en als in omvang. Daarom bundelen de instanties in zuid Nederland hun krachten: gemeenten, hulpdiensten (brandweer, politie, ambulance) en waterschappen trekken gezamenlijk om goed voorbereid te zijn op toekomstige overstromingen.
TU Delft en MICD hebben veel ervaring met digitale modellen voor simulaties en verkeersafwikkeling en met het ontwikkelen van strategieën om gebieden zo efficiënt mogelijk te ontruimen. Binnen dit project ontwikkelen de onderzoekers samen met de Veiligheidsregio’s realistische digitale replica’s van de gebieden in Zeeland, Limburg en Noord-Brabant. Met deze ‘digital twin’ laten zij het effect zien van het stijgende water: welke wegen zijn nog begaanbaar en hoe kun je mensen veilig evacueren? Als een dijk doorbreekt of een weg overstroomt, wat zijn dan alternatieve routes? En hoe kun je het verkeer zo doseren dat wegen niet direct overvol raken waardoor het evacueren stokt? Het vooraf trainen van realistische situaties is essentieel. De instanties kunnen dan bij een overstroming de situaties beter inschatten en zo meer gefundeerde beslissingen nemen.
Fasering en opbouw
In eerste instantie richt het project zich op Zeeland, waar veel historische kennis aanwezig is op het vlak van watermanagement. In de digital twin is de gehele infrastructuur met wegen, water en gebouwen opgenomen. Dit wordt gekoppeld aan het simulatiemodel voor verkeersafwikkeling (Marple), dat de TU Delft en Rijkswaterstaat eerder samen ontwikkelden. In de tool kunnen de onderzoekers de effecten van het rijzende water toevoegen en dit modelleren: dit levert verschillende variabelen op. Bij een storm gedraagt het water anders dan bij een grote watertoevoer uit het binnenland. Verkeersstromen en interventies (zoals een evacuatie of omleiding) laten direct het effect zien op de toename of afname van potentieel gevaar. Ook de benodigde evacuatietijd wordt in kaart gebracht.
Allereerst ontwikkelt de onderzoeksgroep simulaties voor evacuaties per auto. In een later stadium ontwikkelen zij modellen voor voortijdige evacuatie per bus, op de fiets en te voet. Deze informatie toetsen en oefenen de hulpdiensten, reddingswerkers en andere instanties tijdens trainingen. Dit levert waardevolle praktijkkennis op, niet alleen over de verschillende routes en benodigde evacuatietijd, maar ook over gedrag. In een stressvolle situatie handelen mensen die een gebied moeten verlaten, niet altijd zoals de overheid voorschrijft. Daarnaast wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan de stress die de beslissers ervaren: onder enorme tijdsdruk moeten improviseren, samenwerken en razendsnel levensreddende beslissingen nemen. Als zij dit vooraf gezamenlijk getraind hebben, zijn ze beter voorbereid.
Digitale innovaties
Deze datagedreven aanpak sluit goed aan bij de ambitie van de veiligheidsregio’s om meer digitale innovaties in te zetten ter ondersteuning van hun werk. Het uiteindelijke doel van dit project is om een generieke evacuatiemodule te ontwikkelen, die overal in Nederland bruikbaar is. De lokale situatie kan in de toekomst volledig op maat worden nagebouwd in een digitaal model. In dichtbevolkte steden, in een regio met intensief logistiek verkeer of in een regio met veel veehouderij gelden weer geheel andere uitdagingen dan in een gebied met minder inwoners en veel toeristen. Daarom zetten MICD en TU Delft zich in om de komende jaren dit evacuatietool verder te ontwikkelen.