Begin 2021 vroeg het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan acht consortia van middelbaar en hoger onderwijs om pilots op te zetten voor een zo veilig mogelijke heropening van het onderwijs. Het doel: helder krijgen welke maatregelen daarvoor nodig zijn. De planning: duidelijkheid scheppen vóór de start van het academische jaar 2021/2022. OCW stelde MICD aan als trekker van een van deze acht pilots.
Duur
Van februari 2021 tot december 2021Partners (TU Delft)
TU Delft CITG, afdeling Transport & Planning
TU Delft EWI, afdeling
TU Delft TBM, afdelingPartners (overig)
ROC Mondriaan, The Hague University, AMS, EY, Forkbeard, Prime
Bij de meeste pilots die OCW had laten opzetten, stonden de (zelf-) teststrategieën centraal. Dat testen hadden ook in de MICD-pilot een belangrijke plek: je kan het virus daarmee buiten de poort van de onderwijsinstelling houden. Maar het MICD-team heeft daarnaast technologie ingezet om risico’s ook bínnen de poort zo klein mogelijk te houden. Het monitoren van risicovolle interacties en drukte stond hierbij centraal.
Meten is weten
Om goed te kunnen monitoren is een meetsysteem opgezet met bakens, polsbandjes en een app. Als studenten en docenten een polsbandje droegen of de app aan hadden staan, kon het projectteam eenvoudig bepalen waar in het betreffende gebouw personen te dicht bij elkaar waren. Hiervoor is een gebruiksvriendelijk dashboard ingezet, de EY Proximity Monitor.
Op basis van historische data konden de onderzoekers zich ook een scherp beeld vormen van het gebruik van een gebouw: hoe druk is het over de dag?
Omdat je nooit overal bakens kan ophangen, is kunstmatige intelligentie gebruikt om de ‘witte vlekken’ in de monitoring in te vullen, de onbemeten plekken tússen bakens. Ook is het het MICD-team gelukt om op basis van actuele data de drukte in een gebouw te voorspellen: waar is het hoe druk over een kwartier, een uur of meerdere uren?
Interventies
In de pilot zijn verschillende interventies (ingrepen) uitgewerkt en beproefd om problemen op te lossen of, beter nog, te voorkomen. Als een ruimte de hoeveelheid mensen niet aankan – afstand houden is daar onmogelijk – is het zaak de druk op de betreffende locatie te beperken. Dat kan door het vloerplan of de bewegwijzering aan te passen, de roosters te wijzigen (bijvoorbeeld: niet iedereen tegelijk pauze) of door het aantal mensen dat gelijktijdig een gebouw binnen mag, te beperken.
Als er wel ruimte genoeg is, maar mensen houden toch geen afstand, dan is het zaak om te informeren en gedrag te beïnvloeden. Eén oplossing die is getest, zijn de Proxemy Bubbles. Deze kleine apparaatjes hang je met een keycord om je nek en geven een licht- en geluidsignaal als je te dicht in de buurt komt van een andere drager.
Met de combinatie van testen aan de poort en controleren en bijsturen áchter de poort, bleek het goed mogelijk om leerlingen veilig op locatie les te geven.
Meer toepassingen
De leerervaringen in de MICD-pilot zijn niet alleen nuttig voor het studiejaar 2021/2022. Veel specialisten zijn het erover eens dat corona een ‘blijvertje’ is. En zelfs als corona definitief van het toneel zou verdwenen, kan er gemakkelijk een nieuwe pandemie opduiken. Alle kennis en vaardigheden die we hebben verworven, zijn dus ook nuttig voor de toekomst: hoe kunnen we weerbaarder worden?
Daarnaast is de opgedane kennis ook in niet-crisissituaties bruikbaar. Met de monitoraanpak van het MICD is het bijvoorbeeld mogelijk om de ‘hartslag’ van een gebouw te meten. Die informatie kan weer gebruikt worden om een gebouw optimaal te schoon te maken, te bevoorraden en te onderhouden.
Rapport
Zie voor een beknopt overzicht van de onderzoeksresultaten de brochure Onderzoeksresultaten MICD – Onderwijs op locatie tijdens coronapandemie.